inrichting
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
inrichting - Zelfstandignaamwoord 1. instituut voor ontspoorden ♢ De ontspoorde jongere belandde in een penitentiaire inrichting. 2. de wijze waarop iets ingericht is, hoe dingen zijn neergezet in een ruimte, hoe ruimtes zijn verdeeld ♢ We hebben veel aandacht beste...
Muiswerk Educatief (2017)
inrichting - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-rich-ting 1. de plek van de dingen ♢ we zijn bezig met de inrichting van het nieuwe huis 2. een tehuis voor mensen met psychische problemen ♢ zij...
Marc de Coster (2004)
Neutrale benaming voor een gekkenhuis; krankzinnigengesticht. Dit laatste woord werd vaak verkort tot gesticht en was oorspronkelijk ook een eufemisme. Hij lijkt weliswaar op een man die in een inrichting thuishoort en zingt voor zalen met mensen die net uit die inrichting lijken ontsnapt... Gerrit Komrij: Horen, zien en zwijgen, 1977
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Oosthoek (1984)
vrijwel elke door de mens ondernomen bedrijvigheid, die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht en daarbuiten gevaar, schade of hinder van ernstige aard kan veroorzaken. Indien onderdelen van eenzelfde onderneming of instelling onderling technische, organisatorische en functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijhei...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: