Wat is de betekenis van inrichten?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inrichten

inrichten - Werkwoord 1. (ov) een woning ~: een ruimte geschikt maken voor bewoning met vloerbedekking, behang, huisraad, enzovoort Zij moesten hun huis nog helemaal inrichten. Woordherkomst samenstelling van in(bijwoord) en richten(werkwoord)

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

inrichten

inrichten - regelmatig werkwoord uitspraak: in-rich-ten 1. een huis aankleden ♢ zij hebben de woonkamer mooi ingericht Regelmatig werkwoord: in-rich-ten ik richt in (... ik inricht) ...

2024-04-26
Basisboek Facility Management

Bernard Drion & Hester van Sprang (2012)

inrichten

Andere benaming voor het proces dat zich richt op het hiërarchische niveau van aanbod, assortiment, proces, wie en wanneer.

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

inrichten

(richtte in, ingericht) organiseren, op touw zetten. - inrichtende macht, bevoegd gezag, organiserend bestuur, vooral van een onderwijsinstelling.Jean xxx (VLD, Oostende) vindt het ongehoord dat de provincie, als inrichtende macht van het maritiem onderwijs, daar niet bij betrokken werd. - LN, 24-10-2002. De priester was jarenlang schatbewa...

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

inrichten

(Een manifestatie, bijeenkomst, feest, wedstrijd enz.) organiseren, op touw zetten; (een examen) afnemen; (een stoet) vormen, opstellen, formeren; - het inrichtend comité, organisatiecomité; de inrichtende macht, bestuur (bijv. van een school). Nu worden in het hele land konferenties ingericht om de bevolking te sensibil...

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Inrichten

noemt men in de bosb. het tot stand brengen van een bosbedrijfsregeling.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inrichten

v., ynrjochtsje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inrichten

(richtte in, heeft ingericht), 1. iets zo maken, samenstellen dat het geschikt is voor hetgeen in een bep. wordt uitgedrukt: die motor is zowel voor benzine als voor gas ingericht; 2. iets in orde brengen om tijdelijk of blijvend dienst te doen voor hetgeen in een bep. genoemd wordt: de oude kazerne wordt tot een lakenfabriek ingericht...