Wat is de betekenis van Inoogsten?

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inoogsten

v., ynhelje, ynje; (van hooi) ynhaeije, (yn)menne.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inoogsten

(oogstte in, heeft in geoogst), 1. (gewassen en veldvruchten) als oogst inzamelen; 2. (fig.) als vrucht (van volbrachte arbeid enz.) in ontvangst nemen, verwerven: lof inoogsten, geprezen' worden.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inoogsten

oogstte in, h. ingeoogst (1 de veldvruchten inzamelen; 2 fig. verwerven): 1. de vruchten inoogsten; 2. lof, roem, eer inoogsten.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inoogsten

('in) (oogstte in, heeft ingeoogst) 1. Eig. de oogst inzamelen : veldvruchten -. 2. Metf. behalen, verwerven : bijval, lof, (on)dank -.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inoogsten

(oogstte in, heeft ingeoogst), 1. (gewassen en veldvruchten) als oogst inzamelen; 2. (fig.) als vrucht (van volbrachte arbeid enz.) in ontvangst nemen, verwerven: lof —, geprezen worden.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inoogsten

INOOGSTEN, (oogstte in, heeft ingeoogst), veldvruchten (in den oogst) inzamelen; — (fig.) vruchten plukken (van volbrachten arbeid): lof inoogsten, geprezen worden. INOOGSTING, v. (-en).

2024-04-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Inoogsten

Inoogsten, bw. gel. veldvruchten (in den oogst) inzamelen; (fig.) vruchten plukken (van volbragten arbeid); lof -, geprezen worden. *...OOGSTING, v.

Gerelateerde zoekopdrachten