Wat is de betekenis van innemend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

innemend

innemend - Bijvoeglijk naamwoord 1. aardig, sympathiek Met een zeer innemende houding wint hij het vertrouwen van zijn klanten. 2. aantrekkelijk, behaaglijk, verleidelijk. Hij maakte op een innemende manier kennis met de bijbel. innemend...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

innemend

bekoorlik; lief.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Innemend

adj., ynnimlik, ynnimmend, oannimlik, freonlik, gol.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Innemend

bn. bw. (-er, -st), (van personen, hun voorkomen, inborst, gedrag, manieren enz.) geschikt, in staat om iem. in te nemen, aantrekkelijk, bekoorlijk, hups : zij heeft een innemend voorkomen, een innemend karakter; op innemende wijze.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

innemend

bn., bw. (genegenheid opwekkend, voorkomend, bevallig, lief): innemende vriendelijkheid, innemende manieren; innemend voorkomen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

innemend

(in'ne:mənt) bn. en bw. in staat om in te nemen (12) voor zich : een uiterlijk; -e manieren; zich voordoen. Syn.→ aanminnig.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

innemend

bn. en bw. (-er, -st), (van personen, hun voorkomen, inborst, gedrag, manieren enz.) geschikt, in staat om iemand in te nemen, aantrekkelijk, bekoorlijk, hups: zij heeft een voorkomen, een — karakter; op innemende wijze.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)