Wat is de betekenis van inkleden?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inkleden

inkleden - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van in en kleden Synoniemen [1] aankleden [3] uitdrukken, formuleren, stellen, verwoorden [4] versieren

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inkleden

v., ynklaeije.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inkleden

(kleedde in, heeft ingekleed), 1. (R.-K.) door het plechtig aandoen van het ordegewaad in een orde opnemen ; 2. (fig.) in zekere vorm gieten, op zekere wijze, in zekere bewoordingen voordragen : hoe zal ik mijn vraag inkleden? ; hij wist zijn antwoord zo aardig in te kleden, dat ik er niet boos om kon worden.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inkleden

kleedde in, h. ingekleed (1 R.-K. plechtig bekleden van een postulant met het kleed der kloosterorde; 2 een bepaalde vorm geven): 1. hij of zij is heden ingekleed; 2. een voorstel aardig inkleden; laat mij dat eens inkleden, op mijn wijze voorstellen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inkleden

('in) (kleedde in, heeft ingekleed) 1. Kat. plechtig met het kleed van een kloosterorde of kongregatie bekleden : een monnik, een zuster -. 2. in een bepaalde vorm voorstellen : een voorstel aardig -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inkleden

(kleedde in, heeft ingekleed), (overg.) 1. (r.k.) door het plechtig opleggen van het kloostergewaad in een orde opnemen; 2. (fig.) in een bepaalde vorm gieten, op bepaalde wijze, in bepaalde bewoordingen voordragen: hoe zal ik mijn vraag — ?

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)