inkeer
inkeer - Zelfstandignaamwoord 1. het anders gaan denken of doen als iemand zich realiseert dat die fout dacht of handelde
Wiktionary (2019)
inkeer - Zelfstandignaamwoord 1. het anders gaan denken of doen als iemand zich realiseert dat die fout dacht of handelde
Van Dale Uitgevers (1950)
m., g. mv., 1. (veroud.) intrek : ik zal bij u mijn inkeer nemen; 2. het tot zichzelf ingaan om zijn gedragingen te toetsen: tot inkeer komen, besef krijgen van de verkeerdheid van wat men gedaan heeft; — iem. tot inkeer brengen, het genoemde besef bij hem doen ontstaan; 3. (Zuidn.) plaats waar een weg een bocht maakt,...
M. J. Koenen's (1937)
m. (1 intrek; 2 berouw, bezinning, bekering; 3 Z.-N. draai): 1. hij nam zijn inkeer bij zijn vriend; 2. tot inkeer komen; 3. de inkeer van een weg.
Jozef Verschueren (1930)
('inke:r) m. 1. Eig. intrek: zijn bij iemand, ergens nemen. 2. Metf. bezinning, berouw : tot komen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m., het tot zichzelf ingaan om zijn gedragingen te toetsen; bezinning; tot — komen, besef krijgen van de verkeerdheid van wat men gedaan heeft; iemand tot — brengen, het benoemde besef bij hem doen ontstaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: