Wat is de betekenis van ingreep?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ingreep

(1980+) (euf.) staatsgreep. • „Een ingreep" werd het eufemistisch genoemd, toen Desi Bouterse op 25 februari 1980 zijn eerste staatsgreep in Suriname pleegde. Het was een greep naar de macht van een groepje sergeants-majoor, die vooral in Nederland niet erg serieus werd genomen en aanvankelijk alleen maar op de lachspieren werkte. (Leeuw...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ingreep

ingreep - Zelfstandignaamwoord 1. een handeling die erger moet voorkomen De cosmetische ingreep werd niet door de verzekering vergoed. ingreep - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ingrijpen ♢... dat ik ingreep ...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ingreep

ingreep - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-greep 1. behandeling door een chirurg via een opening in het lichaam ♢ deze ingreep was medisch echt noodzakelijk 2. het ingrijpen ♢ deze ingreep va...

2024-04-26
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

ingreep

Medische handeling van de dokter aan een lichaam. Vaak gaat het om een operatie. Dan is het woord eigenlijk een afkorting van ‘operatieve ingreep’. Het woord ‘ingreep’ wordt vooral gebruikt voor een eenvoudige handeling waarbij je niet in het ziekenhuis overnacht. Denk aan het weghalen van een wrat of een besnijdenis.

2024-04-26
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Ingreep

Ingreep -eufemisme voor een operatie.

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

ingreep

Verkorting van heelkundige of medische ingreep; operatie. Ook wel medisch* ingrijpen. Klinkt minder drastisch. Kijk ook onder helpen*. ’Ik ben een volkomen ander iemand geworden’, vertrouwen de kosmetisch geopereerde vrouwen Kathy Davis toe. De wetenschapster constateert het ook zelf: het bedeesde meisje van before de ingreep is after opmerkelijk z...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ingreep

m. (...grepen), 1. het ingrijpen; 2. gewelddadige aanmatiging (van gezag enz.); — inbreuk (op een recht, een wet enz.).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ingreep

('in) m. (ingrepen) het → ingrijpen inz. 1. (3) inbreuk : in een wet. 2. (4) gewelddadige aanmatiging van gezag.