Wat is de betekenis van ingewand?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ingewand

ingewand - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-ge-wand 1. gedeelte dat het meest binnenin zit ♢ de grotten bevinden zich in de ingewanden van die berg 2. inwendig deel van het lichaam ♢ darmen e...

2024-04-25
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

ingewand

buik, baarmoeder.

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

ingewand

ingewand - mannelijk lid. Kussend zeeg mijn ingewand, Uyt mijn lichaem, in mijn hand. Dat ik drukte, Als gy bukte Achterwaert, op ’t uw'soo stijf Tot dat het weer kroop in mijn lijf, Amst. Sonne-schyn, C 2 V° [1639].

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ingewand

s.n., yngewant (it); (van vis) grom (it), grim (it).

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ingewand

o. (-en), 1. (thans alleen mv.) de inwendige delen van het lichaam van mens en dier; inz. die van de buikholte, meer bepaald: de darmen; het in de ingewanden hebben, aan buikpijn lijden ; 2. (bijb.) buik, baarmoeder: van mijn moeders ingewandaan zijt Gij mijn uithelper (Ps. 71 : 6); 3. (fig.) binnenste (van de mens, van de aarde): ...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ingewand

o. ingewanden (als collectief enkelv. of in het mv.: gezamenlijke inwendige organen van de romp bij mens of dier, inz. in de buik; darmen; fig. binnenste): in de ingewanden der aarde.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ingewand

('in) o. (-en) meestal mv. 1. Eig. verteringsorganen inz. het gedarmte : in eigen wroeten, zichzelf nadeel toebrengen. 2. Metf. binnenste : het der aarde.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ingewand

INGEWAND, o. (-en), de inwendige deelen van het lichaam van mensch en dier; inz. die van de buikholte, meer bepaald : de darmen; het in de ingewanden hebben, aan buikpijn lijden; — (bijb.) buik, baarmoeder: van mijn moeders ingewand aan zijt Gij mijn uithelper; in iemands ingewand wroeten, zijn bestaan verwoesten; — (fig.) binnenste (v...