Wat is de betekenis van industrieel?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

industrieel

Het begrip industrieel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) van/m.b.t. de industrie. van economische activiteiten waarbij grootschalig en met behulp van machines grondstoffen, materialen of goederen geproduceerd worden; van de industrie; met betrekking tot de industrie; tot de industrie behorend. 2) persoon in de industrie. iemand...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

industrieel

industrieel - Bijvoeglijk naamwoord 1. tot de industrie behorend industrieel - Zelfstandignaamwoord 1. eigenaar van een fabriek Woordherkomst afgeleid van industrie met het achtervoegsel -eel

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

industrieel

industrieel - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: in-dus-tri-eel 1. wat te maken heeft met de industrie ♢ hij woont in een industriële omgeving 1. industriële vormgeving [van producten die door de ind...

2024-04-19
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

industrieel

Industrieel betekent: machinaal gemaakt, meestal in een grote oplage; i.t.t. ambachtelijk.

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Industrieel

[Fr. industriel] I zn fabrikant; II bn de industrie betreffend.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Industrieel

fabrikant; tot de beroepsnijverheid behorend; in een fabriek vervaardigd

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

industrieel

industrieel - Personen die eigenaar zijn of in het bestuur zitten van een industrieel bedrijf, of die hierin een belangrijke rol spelen.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

industrieel

betreffende die nywerheid.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Industrieel

de nijverheid betreffende; z.nw.: fabrikant