Wat is de betekenis van indertijd?

...

bw., vroeger, op een onbepaalde tijd in het verleden (in tegenst. met destijds, dat op een bepaalde tijd betrekking heeft): hij heeft dat indertijd wel gezegd, maar dat zal hij nu wel weer vergeten zijn.

Het begrip indertijd heeft 2 verschillende betekenissen: 1) in die vroegere tijd. in de genoemde of betreffende tijd in het verleden; in die vroegere tijd; toen. 2) ooit. in een min of meer onbepaalde tijd in het verleden; ergens vroeger; ooit; eens.

indertijd - Bijwoord 1. in die periode, meestal een omstandigheid aanduidend die in de huidige tijd niet meer geldt ♢ Indertijd was het niet mogelijk televisiebeelden van de andere kant van de oceaan rechtstreeks te laten zien, maar alleen op film. Woordherkomst samenstelling van in...

indertijd - bijwoord uitspraak: in-der-tijd 1. in die vroegere tijd ♢ indertijd stond er naast de kerk een school Bijwoord: in-der-tijd

adv., yndertiid, yndertiden (doe)destiids, doedestiden.

bw. (onbepaalder dan destijds: vroeger, in die tijd, in die dagen).

('tijt) bw. 1. vroeger, in de tijd waarvan in het verband sprake is. 2. Algm. vroeger, op een onbepaalde tijd in het verleden. Syn. destijds.

bw., vroeger, op een onbepaalde tijd in het verleden (in tegenstelling tot destijds, dat op een bepaalde tijd betrekking heeft): hij heeft dat wel gezegd, maar dat zal hij nu wel weer vergeten zijn.