Wat is de betekenis van inbeelding?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inbeelding

inbeelding - Zelfstandignaamwoord 1. een voorstelling die in de geest wordt gemaakt De kunstenaars riepen: "De verbeelding aan de macht". 2. denken dat je beter bent dan je eigenlijk bent Wat heb jij een verbeelding, je bent echt niet meer dan de anderen...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

inbeelding

hersenskim; verwaandheid, selfingenomenheid.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inbeelding

s., ynbylding, forbylding.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inbeelding

v. (-en), 1. hersenschim: kom, komy je bent niet ziek, het is maar inbeelding ; 2. (fig.) ingenomenheid met zichzelf, verwaandheid, trotsheid: wat heeft die man een inbeelding!

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inbeelding

v. inbeeldingen (1 hersenschim; 2 verwaandheid); 1. dat is blote inbeelding; 2. hij is vol zotte inbeelding, waan.

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Inbeelding

➝ Waan.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inbeelding

('in) v. (–en) I. Eig. het zich inbeelden nl. 1. het zich voorstellen van iets onwaars. 2. overdreven ingenomenheid met zichzelf. Syn. →: hoogmoed. II. Metn. 1. wat men zich inbeeldt. 2. vermogen om zich iets in te beelden.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inbeelding

v. (-en), 1. hersenschim; kom, kom, je bent niet ziek, het is maar —; 2. (fig.) ingenomenheid met zichzelf, verwaandheid, trotsheid: wat heeft die man een —!; 3. (gew.) fantasie, verbeeldingskracht).