in zijn knollentuin zijn
(17e eeuw) (inf.) erg in zijn schik zijn; zich in zijn sas voelen. In deze informele uitdrukking (ontleend aan het jachtbedrijf) wordt gezinspeeld op de haas, die zich pas thuis voelt in zijn knollenveld, waar hij een paradijselijk leventje heeft. • Nou, jij schijnt van morgen in je knollentuin te wezen. (Justus van Maurik: Papieren kinderen....