Wat is de betekenis van In de weer zijn?

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

In de weer zijn

D.i. druk bezig zijn, zich weren. Vgl. mnl. in die were sijn, weerstand bieden; Plantijn: Vroech in de weer zijn, estre matineux, estre matin en besogne; zie ook Mar. v. Nijm. 24: in de weire sijn; Marnix, Byenc. 2 v; Pers. 383 a; 387 a; 489 b; 647 a; 693 b; 865 a; Coster, 531, vs. 1092; Vierl. 341;...