Wat is de betekenis van impliceren?

2019
2023-03-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

impliceren

impliceren - Werkwoord 1. (inerg) stilzwijgend ten gevolge hebben Dit impliceerde een verhoging van de lasten. Woordherkomst afgeleid van het Franse impliquer (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen implicatie, impliciet

Lees verder
2017
2023-03-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

impliceren

impliceren - regelmatig werkwoord uitspraak: im-pli-ce-ren 1. iets betekenen ♢ het besluit impliceert dat iedereen voortaan zijn koffie zelf betaalt Regelmatig werkwoord: im-pli-ce-ren het impliceert ...

Lees verder
1994
2023-03-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Impliceren

[Lat. im-plicare, -atum = in-vouwen] 1 in zich sluiten, met zich mee brengen; 2 in een zaak verwikkelen.

Lees verder
1993
2023-03-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Impliceren

mede inhouden; in een zaak betrekken

1976
2023-03-25
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

impliceren

1. betekenen; 2. inhouden.

1955
2023-03-25
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Impliceren

mede omvatten, in zich sluiten, betrekken (in)

1950
2023-03-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Impliceren

(impliceerde, heeft geïmpliceerd), (<Lat.), 1. mede begrijpen, omvatten: dat impliceert dat hij er van op de hoogte was, dat is daarmee gezegd; 2. verwikkelen, (iem.) betrekken (in een zaak).

Lees verder
1948
2023-03-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

impliceren

1 insluiten, omvatten, begrijpen; 2 verwikkelen, in een zaak betrekken.

1937
2023-03-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

impliceren

geïmpliceerd (Lat. implicare: verwikkelen, betrekken in e. zaak; ook: omvatten).

1930
2023-03-25
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

impliceren

(impli'se:rən) (impliceerde, heeft geïmpliceerd) [Lat. implicare] verwikkelen, betrekken in een zaak.

1916
2023-03-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

impliceren

[→Lat.] (impliceerde, heeft geïmpliceerd), (overg.) 1. mede begrijpen, omvatten: dat impliceert dat hij ervan op de hoogte was,dat is daarmee gezegd; 2. verwikkelen, (iemand) betrekken (in een zaak).