Wat is de betekenis van immens?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

immens

immens - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg groot, groter dan de menselijke maat De passagiers verdwaalden in de immense stationshal.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

immens

immens - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: im-mens 1. heel groot, leuk, fijn, veel ♢ zij berekenden de immense grootte van de zon 2. heel erg ♢ haar vader is immens rijk Bijvoeglijk na...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Immens

[Lat. immensus, van metiri = meten; mensus sum = ik heb gemeten] ongemeten, onmetelijk; zeer groot.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Immens

onmetelijk; ontzaglijk

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Immens

onmetelijk, heel groot, heel erg.

2024-03-29
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Immens

A. T. Woonde en werkte tot 1834 in Amsterdam. Vermoedelijk is zij identiek met Agnette Theodora Immens, geb. a.d. Kaap de Goede Hoop, onbekend wanneer; reeds in 1782 in Amsterdam woonachtig; niet bekend waar en wanneer overleden. Schilderes van portretminiaturen. Tentoonstelling Amsterdam 1834: vrouwenportret (in miniatuur). Scheen 1969....

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

immens

reusagtig.

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Immens

onmetelijk

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)