Wat is de betekenis van ik?

2024-04-24
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

IK

I know

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ik

ik - Persoonlijk voornaamwoord ik - Zelfstandignaamwoord 1. ego, de eigenlijke zelfstandige persoon Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: ic Oudernederlands: ik Germaans: *ek, *ik Indo-Europees: *éǵh₂-

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ik

ik - voornaamwoord 1. noemt de persoon die aan het woord is, eerste persoon enkelvoud, subject ♢ ik ben de beste van de klas Voornaamwoord: ik

2024-04-24
Lexicon antroposofie

Henk van Oort (2010)

Ik

De onsterfelijke en onvervreemdbare kern van de mens. Het ‘ik’ trekt van het ene aardeleven naar het andere en kan ook aangeduid worden met ‘entelechie’ (letterlijk: het doel in zichzelf hebbend; in het Nederlands: ‘intelligentie’) of met ‘individu’ (letterlijk: ondeelbaar).

2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

ik

- op een ik en een gij, in een vloek en een zucht.

2024-04-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

ik

In de verb. op (met) een ik en een gij, zeer snel, spoedig, in een vloek en een zucht. ‘Die dakgoot is gewoon verstopt, madammeke,’ zei hij. ‘Op een ik en een gij is dat weer in orde,’ BOON 1977, 88.

2024-04-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Ik

dat deel der psyche, dat de bewuste persoonlijke gedachte- en gevoelsinhoud omvat en dat in voortdurend contact met de werkelijkheid leeft. Vgl. bewustzijns, es, onbewuste, opper-ik.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ik

pron., ik(ke).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)