Ik mag wel schande
Dus zegt men boertende uit deze kluchtvertelling: Een man was met zyn vrouw ten eeten. Daar wierd ryspap, overstrooit met suiker en kaneel, opgedischt. Hy schepte die rondom boven af, en at ze. De vrouw wierd over die onhebbelijkheid beschaamt, en zeide om hem te berispen: Foei man, ‘t is schande. Hier op gaf hy tot andwoord: Ik mag wel scha...