ik ben een biet als
(1938) (inf.) uitroep van ongeloof. • Ik ben een biet als ik daarvan iets snap. (Albert Zaaier: Onder de Papoea's. 1938) • Ik kan dan wel hele romans aan Het Gezin wijden, maar ik ben een biet als ik er wat van begrijp. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)