Wat is de betekenis van ijzeren hein?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Ijzeren Hein

1) (1920) (inf.) sterke man. Maar ook: saai, stijf, futloos persoon en dwaas, dwarskop. • Er is een heibel hier in Holland om te beven. Ze hebben om de Duitsche Keiser pas gevraag. En se vertikken 't hier gewoon om hem te geefe. Nou sitte wij hier mit die goosser in ons maag: We krijge seker bonje mit de g'allieerde En wat het moo...

2024-03-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

ijzeren hein

brandkast In 1906 voor het eerst aangetroffen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. In de standaardtaal wordt ijzeren Hein ook gebruikt voor ‘iemand die onder alles even koel blijft’ en voor ‘iemand die een ijzersterk gestel heeft, onvatbaar voor elke nadelige invloed’. ‘De naam Hein is hier slechts willekeuri...

2024-03-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

ijzeren hein

saai, stijf iemand; man zonder ruggengraat. Een positieve betekenis is die van ‘sterke kerel’. Ijzeren hein is echter ook Bargoens voor een brandkast. In instellingen voor gehandicapten wordt een tillift ook wel oneerbiedig een ijzeren hein genoemd. Optreden van den ijzeren Hein die nooit lacht: Buster Keaton in zijn nieuwste komische...

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

Ijzeren Hein

brandkast.