Wat is de betekenis van Ijselijk?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ijselijk

(2008) (jeugd) geweldig, erg goed. • (Prisma miniwoordenboek 'Drop your lyrics'. 2008)

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ijselijk

ijselijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. afschuwelijk. Het was haar niet alleen ontnomen, maar tot de ijselijkste kwelling gemaakt. Woordherkomst Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord ijzen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ijselijk

adj. & adv., heislik, yslik, ysbaerlik gryslik; het is —, it is in griis en in grouwel.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ijselijk

bn. bw. (-er, -st), 1. wat doet ijzen, verschrikkelijk, afgrijselijk: een ijselijke daad; een ijselijke wraak nemen; — (in verzwakte bet.) hevig, zeer groot, erg enz. : een ijselijke steek in de zij ; 2. (bw.) in zeer hoge mate : ijselijk koud; ijselijk lelijk.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ijselijk

bn., bw. (verschrikkelijk, afgrijselijk; zeer erg, zeer hevig): een ijselijke wraak; het is er ijselijk koud; ik vond het ijselijk mooi.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ijselijk

('ijsələk) 1. bn. en bw. (-er. -st) [ijzen] schrikkelijk : een -e wraak. Syn. → afgrijselijk. 2. bw. erg, zeer : koud; aardig.

2024-04-18
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Ijselijk

van ijzen, verwant met ’t Got. agis = vrees, schrik.

2024-04-18
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ijselijk

IJSELIJK, bn. bw. (-er, -st), verschrikkelijk, afgrijselijk , eene ijselijke daad; eene Ijselijke wraak nemen; — zeer, in hooge mate: ijselijk koud; ijselijk leelijk. IJSELIJKHEID, v. (...heden), verschrikkelijke, ijselijke daad; ’t is eene ijselijkheid, ’t is verschrikkelijk, is zeer erg.