ijsbrekers
ijsbrekers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ijsbreker
Wiktionary (2019)
ijsbrekers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ijsbreker
J. Kramer (1908)
stevig gebouwde, van voren van een scherpen, met ijzer beslagen boeg voorziene stoombooten, waarmee in vaarwater een vaargeul in het ijs wordt gebroken. Ook naam van paal- of metselwerk bij bruggen, haveningangen enz., dat bestemd is om bij ijsgang de brug te beschermen.
Anthony Winkler Prins (1870)
IJsbrekers, ijsbeeren of ijsbokken, dienende om bruggenjukken, steenen pijlers enz. in sterk stroomende wateren tegen ijsschotsen en andere drijvende ligchamen te beschutten, worden in het verlengde dier jukken of pijlers gesteld en bestaan uit eene rij zware ingeheide palen, met eene schuinsliggende sloof gedekt en met één of meer gordingen of sch...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: