Wat is de betekenis van Iemand staan?

2024-04-26
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Iemand staan

tegen hem opgewassen zijn; veelal in de uitdr. hij staat zijn mannetje), hij is tegen wie dan ook —, ook: tegen zijn taak, opgewassen. Staan heeft hier de bet. van standhouden tegen; verg. Hd. seinen Mann stehen naast oorspr. seinem Mann(e) stehen. Sinds de 17de e. bekend; daarnaast ook tegen en voor iemand staan. Fr. tenir tête à...

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Iemand staan

D.w.z. tegen iemand opgewassen zijn; eig. tegen iemand stand houden (vgl. Tuinman II, 146: Hij kan tegen hem staan), veelal in de zegswijze zijn man staan (ook in Zuid-Nederland), onvervaard zijn; vgl. Sewel, 747: Het gevaar staan, to stand the hazard; ik zal 't verlies staan, I'll stand the loss; Speenhoff I,...

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Iemand staan

tegen hem opgewassen zijn; veelal in de uitdr. hij staat zijn mannetje), hij is tegen wie dan ook —, ook: tegen zijn taak, opgewassen. Staan heeft hier de bet. van standhouden tegen; verg. Hd. seinen Mann stehen naast oorspr. seinem Mann(e) stehen. Sinds de 17de e. bekend; daarnaast ook tegen en voor iemand staan. Fr. tenir tête à...