Wat is de betekenis van Iemand pluimstrijken?

2024-04-20
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Iemand pluimstrijken

hem vleien, Mnl. enen striken van den plumen naast enen plucken van den stove (van het stof); eig. iemand ontdoen van pluimpjes, veertjes, pluisjes, die op zijn kleren zitten; hem allerlei ongevraagde diensten bewijzen, nalopen, vleiend dienen, vleien; vgl. ook het Hd. einem die Federn lesen; Federleser en nicht viel Federlesens machen (niet veel c...

2024-04-20
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Iemand pluimstrijken

D.w.z. iemand vleien; eig. ontdoen van pluimpjes, veertjes, pluisjes die op zijne kleeren zitten; hem allerlei ongevraagde diensten bewijzen, hem naloopen, vleiend dienen, vleien; de kachel bij hem komen aanmaken. Vgl . Querido in Het Volk, 14 Sept. 1912, 2de bl .: Zij (Mevr. Bosb . Toussaint) plukt geen haartjes en pluisjes van de kr...

2024-04-20
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Iemand pluimstrijken

hem vleien; letterlijk: de pluimpjes, veertjes of pluisjes van zijn kleed strijken. Meestal verklaart men de uitdr. door te zeggen: iemand met een pluim strijken, doch uit de oude uitdrukkingen, o.a. iemand de plumen aflesen, blijkt, dat de eerste verklaring de juiste is.

2024-04-20
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Iemand pluimstrijken

hem vleien, Mnl. enen striken van den plumen naast enen plucken van den stove (van het stof); eig. iemand ontdoen van pluimpjes, veertjes, pluisjes, die op zijn kleren zitten; hem allerlei ongevraagde diensten bewijzen, nalopen, vleiend dienen, vleien; vgl. ook het Hd. einem die Federn lesen; Federleser en nicht viel Federlesens machen (niet veel c...