Iemand pluimstrijken
hem vleien, Mnl. enen striken van den plumen naast enen plucken van den stove (van het stof); eig. iemand ontdoen van pluimpjes, veertjes, pluisjes, die op zijn kleren zitten; hem allerlei ongevraagde diensten bewijzen, nalopen, vleiend dienen, vleien; vgl. ook het Hd. einem die Federn lesen; Federleser en nicht viel Federlesens machen (niet veel c...