iemand de broek afdoen
(1993) (Vlaanderen, inf.) iemand aftroeven; beter presteren dan een ander. • De broek afdoen op alle terrein: iets beter kunnen, voorbijstreven (bijv. de Chinezen doen ons de broek af op alle terrein: Japanners zijn op ieder vlak beter dan ons. (Claire van Putten: Antwerps zakwoordenboek. 1993) • Je zag het kartel Verhofstadt de...