Identisch
identiek.
Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)
(<D. identisch). Hzd. als identiek. Het past in ons taaleigen, waarin vele uit het Frans overgenomen adjectieven op -iek voorkomen, minder goed dan identiek; verg. fanatiek-fanatisch; klassiek-klassisch; energiek-energisch enz.
J.H. van Dale (1898)
IDENTISCH, bn. eenerlei, in een of ander opzicht gelijk; beide gevallen zijn identisch; identische vormen, woorden; de identische (gelijkgeplaatste) punten op de netvliezen der oogen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: