I. dobbelen
dobbelde, h. gedobbeld (den. van dobbel of dubbel; misschien oorspr. de inzet telkens verdubbelen; met dobbelstenen of teerlingen spelen): - en drinken.
M. J. Koenen's (1937)
dobbelde, h. gedobbeld (den. van dobbel of dubbel; misschien oorspr. de inzet telkens verdubbelen; met dobbelstenen of teerlingen spelen): - en drinken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: