Piet van der Ploeg (2007)
Een teveel aan geheugen. Zeer goed vermogen om zich dingen, tot in detail, te herinneren. Wordt ook gebruikt als men bijvoorbeeld bij traumatische ervaringen 'teveel heeft' aan herinnerde informatie over de traumatische gebeurtenissen. Postraumatische herinneringen worden daarom wel paroxismale (plotseling verhevigde) hypermnesie genoemd. We spreke...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. huper - overheen, buitensporig, en de stam mnè = herinneren] abnormaal sterk geheugen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Verhoogde werking van het reproductievermogen. Dit verschijnsel ontstaat in den regel door verlaging van het bewustzijnsniveau, waardoor de psychische remming verzwakt wordt. Lit.: P. A. Dietz en W. H. C. Tenhaeff, Parapsychologische Studiën (1936, art. Cryptomnesie). Tenhaeff.
Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)
(Gr. , herinnering). Bovenmatig geheugen, zooals dit bij rekenkunstenaars, blindelingsche schaakspelers enz. wordt aangetroffen, hypertrophie. Zie atrophie.
Herman Pinkhof (1923)
(gevormd naar analogie van ἀμνησία zie Amnesie), abnormale versterking van het herinneringsvermogen, zoodat de herinneringsbeelden met groote scherpte snel achterelkander opkomen.
dr. H. Pinkhof (1923)
abnormale versterking van het herinneringsvermogen, zodat de herinneringsbeelden met grote scherpte snel achterelkander opkomen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
