Wat is de betekenis van hybride?

2023-06-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hybride

hybride - Zelfstandignaamwoord 1. entiteit met twee of meer heel verschillende eigenschappen 2. levend wezen waarvan de ouders geen soortgenoten van elkaar zijn Een muilezel is een hybride van een ezel en en paard 3. een auto met zowel een benzinemotor als een elektromotor voor de aandrijv...

Lees verder

Direct toegang tot alle 20 resultaten over hybride?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-09
OpenAccess

Begrippenlijst open access

hybride

hybride tijdschriften zijn traditionele tijdschriften op basis van het abonnementenmodel die per artikel de optie bieden tot open access publicatie. Deze artikelen worden open access beschikbaar als er een publicatievergoeding betaald is aan de uitgever.

2023-06-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hybride

hybride - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hie-bri-de 1. kruising tussen twee verschillende soorten ♢ dat is een hybride fiets Bijvoeglijk naamwoord: hie-bri-de

Lees verder
2023-06-09
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

hybride

(de; -n, -s) - (als verkorting van) hybridefiets. Herkomst: van Lat. hybrida, hibrida (bastaard), in dit geval: een fiets die uit heterogene elementen bestaat, nl. van een mountainbike en een citybike

Lees verder
2023-06-09
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

hybride

hybride - of bastaard. Nakomeling van genetisch verschillende ouders, dus van verschillende kweeklijnen of soorten. De studie van experimentele h. levert kostbare gegevens op voor de gedragsgenetica, bijvoorbeeld over het al dan niet aangeboren zijn van een gedrag. In natuurlijke omstandigheden wordt een h. voorkomen door een genetische isolatie.

2023-06-09
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hybride

[Lat. hybrida = van tweeërlei ras, oorspr.: jong van tam varken en wild zwijn, ook kind van Romeinse vader en vreemdelinge of slavin) bastaard (plant of dier), wezen ontstaan uit ongelijke elementen.

2023-06-09
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hybride

bastaard; uit kruising ontstaand; hybridisch

2023-06-09
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

hybride

hybride - In het algemeen te gebruiken voor de toestand van het zijn van gemengde afkomst. In een maatschappelijke of culturele context te gebruiken voor de identiteit van een groep of individu, of de creatieve activiteit, die voortkomt uit de interactie van twee verschillende samenlevingen of culturen, vaak in de context van ontmoetingen tussen me...

Lees verder
2023-06-09
Wijn & drank encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Hybride

Een kruising van 2 verschillende wijnplantrassen; over het algemeen hoort een daarvan tot het Europese ras Vitis vinifera en het ander tot een Amerikaanse soort. Het doel van deze kruisingen is de winning van een plant die enerzijds de gehardheid en weerstand heeft tegen ziekten die de Amerikaanse rassen eigen is en die anderzijds vruchten geeft va...

Lees verder
2023-06-09
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

hybride

(L., hybrida = bastaard) of bastaard, individu ontstaan uit ouders die in één of meer eigenschappen verschillen.

2023-06-09
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Hybride

en hybridisering hebben ongeveer dezelfde betekenis als bastaard en bastaardering. Evenals bij de bastaarden kan men spreken van geslachts-, soort- en variëteits- of ras-h. Voor h. geldt steeds, dat ze m.o.m. sterk heterozygoot zijn en i.h.a. na geslachtelijke voortplanting een splitsende nakomelingschap geven. Wanneer de twee ouders slechts i...

Lees verder
2023-06-09
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Hybride

hybridisch, bastaard-.

2023-06-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hybride

(<Gr.-Lat.), m. en v. (-n), hybridisch wezen; bastaard (zowel plant als dier); — iets dat uit heterogene elementen bestaat.

2023-06-09
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Hybride

→ Bastaard.

2023-06-09
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hybride

(hi’bridə) m. en v. (-n) [Lat. hibrida] bastaard.

2023-06-09
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Hybride

(hybridus, bastaard), 1. bastaard. 2. gemengd, samengesteld (van een ziektebeeld).

2023-06-09
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Hybríde

(hybridus, bastaard), 1. bastaard. 2. gemengd, samengesteld (van een ziektebeeld).

Lees verder
2023-06-09
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hybride

[Lat. hybrida, afkomstig van twee rassen], v./m. (-n), (ook: bastaard), het kruisingsprodukt van in één (monohybride), twee (dihybride) of meer eigenschappen (polyhybride) erfelijk verschillende ouders.

2023-06-09
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hybride

HYBRIDE, m. en v. (-n), een hybridisch wezen, bastaard (zoowel plant als dier).

2023-06-09
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

hybride

hybride - m. (hybriden), bastaardvrucht, bastaardplant