Wat is de betekenis van huurhuis?

2024-04-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

huurhuis

huurwoning. huis dat door de bewoners wordt gehuurd of dat bestemd is om door mogelijke bewoners gehuurd te worden; huurwoning. Voorbeelden: De regering wil ook goedkope huurhuizen beschikbaar stellen voor mensen die hun huis hebben moeten verlaten. Elke dag moeten in Spanje zo'n 500 gezinnen hun huis uit omdat ze de huur of hyp...

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huurhuis

huurhuis - Zelfstandignaamwoord 1. een woning die niet in eigendom is van de bewoners maar wordt gehuurd van de eigenaar De woningbouwverenigingen hebben veel huurhuizen onder hun beheer. Woordherkomst samenstelling van huur en huis

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

huurhuis

huurhuis - zelfstandig naamwoord uitspraak: huur-huis 1. gehuurde woning ♢ mijn kinderen wonen in een huurhuis Zelfstandig naamwoord: huur-huis het huurhuis de huurhuizen ...

2024-04-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

huurhuis

gehuurde woning.

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huurhuis

o. (...huizen), gehuurde woning (in tegenst. met een eigen huis).

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huurhuis

o. -huizen; gehuurd huis.

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

huurhuis

('hu:r) o. (...huizen) gehuurd huis.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

huurhuis

o. (-huizen), gehuurde woning.