Wat is de betekenis van hunk?

2024-04-23
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

hunk

(zelfstandig naamwoord) [alg.] kanjer, spetter - Kijk eens wat een kanjer! Eens kijken of ik die spetter aan de haak kan slaan.

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hunk

(1992) (< Eng.) stoere, knappe vent; spierbundel. • Ze noemde hem een hunk, met een ""rijke aardse stem... met een streling van versleten fluweel', en gaf toe dat ze ""doorboord werd door de blauwe vlammen van zijn ogen'. Ze moest zich, schrijft ze, vermannen, ""om in zijn aanwezigheid adem te halen'. (NRC Handelsblad, 01/08/1992) • W...