Wat is de betekenis van humorist?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

humorist

humorist - Zelfstandignaamwoord 1. (persoon) iemand die mensen aan het lachen weet te brengen Van Zeggelens gedichten zijn niet geschikt om in vertaling aan het front voor te dragen, ten einde de vijandelijke linies door een dodelijke lachstuip uit te dunnen. Toch zijn ze nog zeer lezenswaard. Op de eerste...

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Humorist

geestig voordrager

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Humorist

schrijver van verhalen met humor

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Humorist

m. (-en), iem. die er naar streeft humor uit te drukken ; — humoristisch schrijver, of voordrager.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

humorist

m. iem. met humor; geestig voordrager.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

humorist

m. -en (Eng. humorist): iem., die er naar streeft humor uit te drukken; luimig schertsend schrijver, voordrager.

2024-04-19
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

humorist

m. luimig schertsend schrijver.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

humorist

('rist) m. (-en) humoristisch schrijver : Beets, in zijn Camera Obscura, is een fijn -.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

humorist

m. (-en), iemand die ernaar streeft humor uit te drukken; humoristisch schrijver of voordrager; iemand die beroepshalve zijn publiek amuseert.