Wat is de betekenis van huizenhoog?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huizenhoog

huizenhoog - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg groot LAKSE BUI? Leidt tot huizenhoge stapels. De belspelletjes leverden de loterij goud geld op. Maar Herman kijkt evenwel met gemengde gevoelens terug op de Callfactory: 'Er was altijd strijd.' De KPN pikte 45...

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huizenhoog

bn. bw., zo hoog als huizen, zeer hoog : huizenhoge golven ; huizenhoog tegen iem. opzien.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huizenhoog

bn., bw.; zeer hoog: huizenhoge golven; zijn rede stak huizenhoog boven de andere uit.