Wat is de betekenis van huizenbouw?

2025-03-27
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-03-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huizenbouw

m., het bouwen van huizen.

2025-03-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

huizenbouw

huizenbouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: hui-zen-bouw 1. het bouwen van woningen ♢ er wordt de laatste tijd te weinig geld gestopt in de huizenbouw Zelfstandig naamwoord: hui-zen-bouw de huizenbouw Sy...

2025-03-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Huizenbouw

HUIZENBOUW, m. het bouwen van huizen; ...DOOS, v. (...doozen), doos met houten huisjes als speelgoed; ...KANT, m. die kant van den weg, waar de huizen staan (in tegenst. met wallekant of grachtzijde): loop aan den huizenkant, dan kun je niet in het water vallen.