Wat is de betekenis van huisraad?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huisraad

huisraad - Zelfstandignaamwoord 1. de voorwerpen die horen tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed et cetera Toen hij thuiskwam stond zijn huisraad op straat. Woordherkomst samenstelling van huis en raad Synoniemen meubels, meubilair V...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

huisraad

meubels, meublement.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Huisraad

s.n., húsrie(d) (it), húsré (it).

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huisraad

o., al wrat tot de inrichting van een huis nodig is (meubelen enz.), inboedel: in de. villa was ingebroken en het huisraad vernield; stuk huisraad, een meubelstuk.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huisraad

o.; meubels, inboedel.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

huisraad

('huis) o. wat voor de inrichting van een huis vereist wordt : keukengerei is -. Syn. inboedel, meubelen.

2024-04-19
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Huisraad

Naamwoord: huisraad, huisgerief (Zn.), bedoening, kateel (Zn.); meubilaire goederen, schakelmeubelen, meublement, ameublement, meubilair, mobilair, plakwerk, novantiek, salonameublement, kantoorameublement, tuinmeubelen, goed, inboedel, inboei, boel, janboel, straatmeubel, meubel, meubelstuk, wandmeubel, wandstelling, buismeubel, stapelmeube...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Huisraad

Huisraad - zie INBOEDEL.