huisnummer
huisnummer - Zelfstandignaamwoord 1. het nummer dat door de overheid aan een opstal wordt gegeven en een onderdeel vormt van het adres. ♢ Op huisnummer 5 woont een ouder stel. Woordherkomst samenstelling van huis en nummer
Wiktionary (2019)
huisnummer - Zelfstandignaamwoord 1. het nummer dat door de overheid aan een opstal wordt gegeven en een onderdeel vormt van het adres. ♢ Op huisnummer 5 woont een ouder stel. Woordherkomst samenstelling van huis en nummer
Kadaster (2017)
Een huisnummer is een authentiek gegeven met betrekking tot een nummeraanduiding. Het is de nummering van een adresseerbaar object.
Muiswerk Educatief (2017)
huisnummer - zelfstandig naamwoord uitspraak: huis-num-mer 1. volgnummer van elk van de huizen in een straat ♢ de familie Kreb woont op huisnummer 93 Zelfstandig naamwoord: huis-num-mer het huisnummer ...
Marc de Coster (2007)
Huisnummer - circusjargon voor een nummer dat eigendom is van de zaak; bijna altijd een dierennummer.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: