Wat is de betekenis van Huismerk?

2025-02-13
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-13
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huismerk

huismerk - Zelfstandignaamwoord 1. (handel) een merk van producten dat in opdracht van een detaillist wordt geproduceerd onder een eigen merk. Het huismerk van de supermarkt is goedkoper dan het A-merk. 2. (heraldiek) een teken waarmee een persoon of boerderij plus het bezit aangeduid word...

2025-02-13
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

huismerk

huismerk - zelfstandig naamwoord uitspraak: huis-merk 1. producten met het eigen merk van een supermarkt ♢ ik koop bij Albert Heijn altijd koffie van het huismerk Zelfstandig naamwoord: huis-merk het huismerk...

2025-02-13
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Huismerk

Huismerken werden door boerengeslachten als eigendomsmerken gevoerd en hielden oorspronkelijk verband met een erf of een hoeve. Alle gebruiksvoorwerpen en werktuigen werden van het merk voorzien evenals de oren van het vee en de zwemvliezen van eenden. Het merk ging onveranderd over op de oudste zoon. Dat huismerken van vóórchristelijke oorsprong z...

2025-02-13
Merken begrippenlijst

Henk Huizinga (2000)

Huismerk

zie eigen merk.

2025-02-13
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

HUISMERK

zie Handmerk.

2025-02-13
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Huismerk

(volksk.) was het figuurtje, waarmee de boer zijn eigendom merkte in de tijd, dat hij nog niet schrijven kon. Het ging over op de oudste zoon; de jongeren voegden er een onderscheidingsteken aan toe.

2025-02-13
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huismerk

o. (-en), ben. van eenvoudige merktekens, eert. in versch. streken als eigendoms- of onderscheidingsteken op huizen en zaken aangebracht, ook als handtekening dienend en erfelijk in de familie van de bezitter.