Wat is de betekenis van huishoudgeld?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huishoudgeld

huishoudgeld - Zelfstandignaamwoord 1. (huishouden) (economie) geld dat nodig is voor het voeren van een huishouding (zoals het kopen van voedsel en schoonmaakmiddelen) Ik was een jaar of zestien. In de slaapkamerkast stond een groen ijzeren geldkistje waarin mijn stiefmoeder het huishoudgeld bewaard...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Huishoudgeld

s.n., húshâld(ers)jild (it).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huishoudgeld

o., geld ter bestrijding der kosten van de huishouding (over zekere tijd).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

huishoudgeld

('huis) o. (-en) geld ten behoeve van de huishouding.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

huishoudgeld

o., geld ter bestrijding van de kosten van de huishouding (over een bepaalde tijd). (e) In juridische zin is in Nederland huishoudgeld dat geld dat tevoren, vóórdat de betreffende uitgaven gedaan worden, door de man aan zijn vrouw ter beschikking gesteld moet worden en dat voldoende is voor de gewone gang van de huishouding (art. 85 l...

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Huishoudgeld

HUISHOUDGELD, o. geld ter bestrijding der kosten van de huishouding.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)