huisbewaarder
...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip huisbewaarder heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die op een huis past. iemand die een gebouw, een pand bewaakt bij afwezigheid van de eigenaar(s); iemand die op een huis past als de bewoners weg zijn. 2) conciërge. iemand die toezicht houdt op een (openbaar) gebouw, bv. een school, of alleen de toegang tot...
Wiktionary (2019)
huisbewaarder - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die in een huis woont als de eigenaar afwezig is om het te bewaken en te onderhouden ♢ Natuurlijk, dat is goed, zei de graaf verstrooid. Maar daar gaat het nu niet om, en ik verzoek je je niet met dat soort futiliteiten bezig te houden, ga liever helpen met pakke...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
conciërge Ik bepaalde het aantal tekeningen dat in een nummer kwam. Maar bovendien woonde ik met De Nieuwe onder één dak; behalve huistekenaar was ik huisbaas en huisbewaarder van het weekblad. (Johan Anthierens, De overspannen jaren) Wordt beschouwd als een purisme. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 5 Vlaams...
Peter Bakema (2003)
(de, -s) conciërge Het complex omvat een grote en kleine sportzaal, een berging, cafetaria en een woning voor een huisbewaarder. - HN, 29-11-2002.
Getty Research Institute (1990)
huisbewaarder - Personen die fungeren als bewoners met de zorg voor het onderhoud, reparatiewerk en bescherming van het huis, landgoed of boerderij van de afwezige eigenaren..
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), HUISBEWAARSTER, v. (-s), iem. die tijdens afwezigheid der bewoners een huis betrekt ten einde het te bewaken.
M. J. Koenen's (1937)
m. -s; iem., die bij afwezigheid der bewoners het huis bewaakt; huisbewaarster, v. -s.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: