Huisbakken
bn., 1. te huis gebakken: huisbakken brood, eigengebakken brood; ook brood dat men zelf opmaakt, maar door de bakker laat bakken; 2. (fig.) alledaags, laag bij de grond, duf: een huisbakken oordeel (beschaving enz.).
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. te huis gebakken: huisbakken brood, eigengebakken brood; ook brood dat men zelf opmaakt, maar door de bakker laat bakken; 2. (fig.) alledaags, laag bij de grond, duf: een huisbakken oordeel (beschaving enz.).
M. J. Koenen's (1937)
bn.; 1. in huis gebakken: een huisbakken brood; 2. fig. bekrompen, kleinzielig; onbeduidend; huisbakken meningen, huisbakken wijsheid.
Dr. L.M. Metz (1937)
Zelf gebakken, huisbakken brood. Overdrachtelijk in den zin van alledaagsch, laag bij den grond, bekrompen.
Jozef Verschueren (1930)
(’bakkәn) bn. 1. Eig. thuis gebakken, eigengebakken: brood. 2. Metf. bekrompen, kleingeestig: meningen. huisbediende ('huiz) m. en v. (-n) bediende voor huiselijk werk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: