Wat is de betekenis van Huisbakken?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huisbakken

bn., 1. te huis gebakken: huisbakken brood, eigengebakken brood; ook brood dat men zelf opmaakt, maar door de bakker laat bakken; 2. (fig.) alledaags, laag bij de grond, duf: een huisbakken oordeel (beschaving enz.).

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huisbakken

bn.; 1. in huis gebakken: een huisbakken brood; 2. fig. bekrompen, kleinzielig; onbeduidend; huisbakken meningen, huisbakken wijsheid.

2024-03-29
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Huisbakken

Zelf gebakken, huisbakken brood. Overdrachtelijk in den zin van alledaagsch, laag bij den grond, bekrompen.

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

huisbakken

(’bakkәn) bn. 1. Eig. thuis gebakken, eigengebakken: brood. 2. Metf. bekrompen, kleingeestig: meningen. huisbediende ('huiz) m. en v. (-n) bediende voor huiselijk werk.