huidig
huidig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bij het heden behorend ♢ De huidige minister is erg intelligent. Woordherkomst afgeleid van heden met het achtervoegsel -ig Synoniemen hedendaags, tegenwoordig Antoniemen gewezen, vroeger
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
huidig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bij het heden behorend ♢ De huidige minister is erg intelligent. Woordherkomst afgeleid van heden met het achtervoegsel -ig Synoniemen hedendaags, tegenwoordig Antoniemen gewezen, vroeger
Nederlands woordenboek voor onderwijs
huidig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hui-dig 1. van deze tijd ♢ de huidige burgemeester is een Noord-Hollander Bijvoeglijk naamwoord: hui-dig de/het huidige ... Synoniemen eigentijds, hedendaags,...
Nederlandse encyclopedie
bn., van heden: de huidige dag, vandaag; ten huidigen dage, thans; tot de huidige dag toe, tot nu toe; (uitbr.) van deze tijd: het huidige geslacht, de mensen van nu.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
bn., van heden: de huidige dag, vandaag; ten huidigen dage, thans; tot de huidige dag toe, tot nu toe ; — (uitbr.) van deze, onze tijd: het huidige geslacht, de mensen van nu.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
bn.; hedendaags; de huidige mode, tot op de huidige dag, ten huidigen dage.
T. Pluim - 1921
afl. van ’t oude huide, in 't Oudsaksisch (de taal van een onzer vroegere volksstammen) huidiga, d.i. deze dag, waarbij ’t eerste lid den klemtoon had en zoo het geheel deed verkorten tot huide. (Vergl. ’t Fr. au jour d ’hui).
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
HUIDIG, bn. van heden: ten huldigen dage, thans; tot den huldigen dag toe, tot nu toe; het huidige geslacht, de menschen van nu.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.