huidig
huidig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bij het heden behorend ♢ De huidige minister is erg intelligent. Woordherkomst afgeleid van heden met het achtervoegsel -ig Synoniemen hedendaags, tegenwoordig Antoniemen gewezen, vroeger
Wiktionary (2019)
huidig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bij het heden behorend ♢ De huidige minister is erg intelligent. Woordherkomst afgeleid van heden met het achtervoegsel -ig Synoniemen hedendaags, tegenwoordig Antoniemen gewezen, vroeger
Muiswerk Educatief (2017)
huidig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hui-dig 1. van deze tijd ♢ de huidige burgemeester is een Noord-Hollander Bijvoeglijk naamwoord: hui-dig de/het huidige ... Synoniemen eigentijds, hedendaags,...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., van heden: de huidige dag, vandaag; ten huidigen dage, thans; tot de huidige dag toe, tot nu toe ; — (uitbr.) van deze, onze tijd: het huidige geslacht, de mensen van nu.
Jozef Verschueren (1930)
('huidәch) bn. [hui ~ hij, hier + dag] van heden: de -e mode; tot op de -e dag; ten -en dage; het -e geslacht.
T. Pluim (1921)
afl. van ’t oude huide, in 't Oudsaksisch (de taal van een onzer vroegere volksstammen) huidiga, d.i. deze dag, waarbij ’t eerste lid den klemtoon had en zoo het geheel deed verkorten tot huide. (Vergl. ’t Fr. au jour d ’hui).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: