Wat is de betekenis van Houden?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

houden

houden - Werkwoord 1. (ov) niet laten varen, het bezit ervan niet verliezen Hij hield het huis, maar zij kreeg de kinderen bij de echtscheiding. 2. huisdieren verzorgen Piet hield kleurkanaries. 3. het ~ met een verhouding hebben met iem...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

houden

houden - onregelmatig werkwoord uitspraak: hou-den 1. zorgen dat het blijft ♢ je mag die foto houden 2. iets of iemand vasthouden ♢ ze hielden elkaar bij de hand 3....

2024-04-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

houden

Van een in de eerste, tweede of derde hand gespeelde kaart: de slag maken. Meestal gebruikt in de situatie dat het allerminst zeker is dat dit gebeurt omdat er nog hogere kaarten in het spel zijn of omdat de verwachting bestond dat de kaart door de tegenpartij zou worden afgetroefd. Zie ook: erdoor komen

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

houden

- eraan houden dat, willen, erop staan Premier Guy Verhofstadt: Ik hou eraan om John Goossens te huldigen. De laatste jaren stak hij al zijn energie in de ontwikkeling van Belgacom. -GvA, 09-11-2002. Heinzmann besluit daaruit dat hij in eer en geweten niet in staat is zijn ‘mandaat aan het hoofd van de NMBS op een correcte manier u...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

houden

In versch. verb. die in de standaardt. niet voorkomen (veelal als gall., naar fr. tenir à): aan iem., iets houden, aan iem., iets gehecht zijn, van iem., iets houden, op iets prijs stellen, soms bep.: aan iets vasthouden; - het ergens niet meer kunnen houden, uithouden; - van iem. iets houden, m. betr. t. eigenaardighede...

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

houden

(hield, heeft gehouden), (ook:) bewaren. Geef me dat geld, laat ik 't houwen voor je (Cairo 1980b: 40). Etym.: In AN in allerlei soortgelijke bet., maar niet precies deze. -hout (de; als tweede lid van een samengesteld zn.): a. Als de naam van een boomsoort eindigt op hout, kan die naam ontleend zijn aan het hout van die boom. Het hout is dan...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Houden

v., hâlde, hold (houd, hâldde), hâlden (holden, houden); veelvan, mâl wêze mei, hyt, gleon wêze op; niet van iets, earne net oer meije, net folie grap(s) oan hawwe, gjin maet fan wêze; niet van eieren —, net aeieftich wêze, gjin a...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Houden

(hield, heeft gehouden), I. overg. en wederk., 1. niet loslaten, zorgen dat hetgeen men vast heeft niet uit de hand, de greep schiet, niet ontsnapt: wil je dat touw even houden? ; de teugel houden ; houden en beleggen ; de beer hield hem in zijn klauwen; iem. gevangen, in banden houden; 2. (in zwakker opvatting) gevat, beethe...