horten
horten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hort
Muiswerk Educatief (2017)
horten - regelmatig werkwoord uitspraak: hor-ten 1. blijven steken, niet vloeiend doorgaan ♢ deze leerling leest nogal hortend 2. botsen en schokken ♢ hortend en stotend kwamen we vooruit...
M. J. Koenen's (1937)
hortte, heeft gehort; 1. botsen, stoten: een vrachtwagen hort over de keien; 2. fig. haperen: het gesprek hortte.
Jozef Verschueren (1930)
(hortsn)(hortte, heeft gehort) 1. stoten, botsen : een vrachtwagen hort over de keien. 2. aarzelen, haperen : -d spreken; het gesprek hortte. 3.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Horten - havenstad in het Noorsche ambt Jarlsberg en Larvik, aan den W.-oever van Christianiafjord door een zijlijntje verbonden met den spoorweg Drammen—Skiën; 10.000 inw. Dicht bij de stad in Karljohansvern is de hoofdhaven der Noorsche marine; groote scheepswerven.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: