Wat is de betekenis van horig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

horig

horig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (middeleeuwen) verplicht diensten te verlenen aan een heer en gebonden aan het land Een horige boer had wel eigen bezit dat vererfd mocht worden. Woordherkomst Naamwoord van handeling van horen of behoren met het achtervoegsel -ig

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

horig

horig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ho-rig 1. onvrij, gebonden aan ♢ de knecht was horig aan de graaf Bijvoeglijk naamwoord: ho-rig de/het horige ...

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Horig

afhankelijk; aan een heer onderworpen (gesch.)

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Hörig

horig, onderdanig; einem hörig sein, iem. slaafs aanhankelijk zijn, zich geheel naar iem. richten.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Horig

bn., (hist.) als half vrije aan een heer onderworpen en onder hofrecht levend ; — (fig.) afhankelijk, gebonden.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

horig

1. bn.; afhankelijk, onvrij; 2. horige, m. en v.: een horige, een onvrije.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Horig

('ho.roch) bn. halfvrij, onderworpen, afhankelijk.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

horig

bn., (hist.) als half vrije aan een heer onderworpen en onder hofrecht levend; (fig.) afhankelijk, gebonden.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)