Het woord horeca is een samentrekking en bestaat uit de woorden hotel, restaurant en café. De horeca omvat de bedrijfstak van alle diensten die horen bij hotels, restaurants en cafés. Binnen de bedrijfstak horeca zijn een heleboel verschillende bedrijven gevestigd, en er is een zeer gevarieerd aanbod van werk. Vele mensen in de horeca werken er maar tijdelijk. Dit komt doordat een grote groep arbeidskrachten uit jongeren bestaat die de horeca als bijbaan hebben. Werken in de horeca is op zeer...
Het begrip horeca heeft 3 verschillende betekenissen: 1) horecabedrijven die geen alcoholhoudende drank schenken 2) bedrijfstak die bestaat uit commerciële dienstverlenende ondernemingen die logies verstrekken en/of spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, restaurant, snackbar, café enz.; bedrijfstak van horecabedrijven 3) horecabedrijven die alcoholhoudende drank schenken
Het verstrekken van logies en/of bereide maaltijden, snacks en dranken aan gasten voor onmiddellijke consumptie.
horeca - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) de bedrijfstak die alle eet- en drinkgelegenheden en hotels omvat ♢ De horeca is voor het overgrote deel rookvrij geworden. Woordherkomst Lettergreepwoord gevormd uit de woorden hotel, restaurant en café.
horeca - zelfstandig naamwoord uitspraak: ho-re-ca 1. bedrijfstak van hotels, restaurants, cafés etc. ♢ Caspar heeft een opleiding gevolgd voor de horeca Zelfstandig naamwoord: ho-re-ca de horeca