Wat is de betekenis van hoongelach?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoongelach

hoongelach - Zelfstandignaamwoord 1. een manier van lachen die minachting uitdrukt Het mag minder tergend en vervelend zijn dan beddengoed verwisselen, maar `bed opmaken' is een haast even brandende kwestie. Stel vrienden of collega's de vraag wie dat nog doet, en hoongelach zal je deel zijn. Mijn vr...

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoongelach

o., smadelijk, spottend gelach; ook hoonlach.

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoongelach

o.; smadelijk, spottend gelach: er ging een hoongelach op uit het publiek.