Wat is de betekenis van hoogte?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoogte

hoogte - Zelfstandignaamwoord 1. een verheffing van de aardkorst 2. de mate waarin iets hoog is, niveau, peil, stand Denver ligt op een hoogte van 1600 meter. 3. door de frequentie bepaalde klank, toonhoogte Woordherkomst Afgeleid van hoog met het achtervoegsel -te. Uitdrukking...

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoogte

hoogte - zelfstandig naamwoord uitspraak: hoog-te 1. afstand van onderste tot bovenste punt ♢ de hoogte van dit huis is zeven meter 1. uit de hoogte doen [op anderen neerkijken] ...

2024-04-18
Woordenlijst leerling en leerkracht

WizWijs (2017)

hoogte

Hoogte is een van de drie dimensies die, naast lengte en breedte, wordt gebruikt om de beschikbare ruimte te beschrijven.

2024-04-18
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

hoogte

(de; -s) SP - afstand van onder- tot boveneind, bv. de hoogte van de lat, horde, ringen.

2024-04-18
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

hoogte

- hoogten en laagten, wisselvalligheden, ups en downs Wim Leemans zag er duidelijk gelukkig uit na zijn schitterende overwinning in Kasterlee. De voorbije weken ging het immers zo'n beetje met hoogten en laagten. - GvA, 07-0l-2003.

2024-04-18
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Hoogte

de - hebben/krijgen al te veel gedronken hebben. Een zeemansuitdr. uit de 17de eeuw. Eigenlijk ‘zo ver zijn als men zijn moet’. Dezelfde uitdr. heeft ook nog een andere, specifiek lesbische, bet.: ‘opgewonden, wellustig zijn’.

2024-04-18
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

hoogte

hoogte - De maat genomen van de onderkant naar de bovenkant van een voorwerp of bouwwerk.

2024-04-18
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Hoogte

1. sterrenkundig: de hoogte van een ster wordt aangegeven door de hoek tussen de richting van de ster en het horizontale vlak; 2. bij een driehoek de lengte van de loodlijn van een hoekpunt op de tegenoverliggende zijde; bij een trapezium en een parallellogram de loodrechte afstand tussen twee evenwijdige zijden, bij een cil...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

hoogte

: geen hoogte hebben van (had, heeft gehad), geen idee hebben van, zich geen voorstelling kunnen maken van. Het gevolg is dat alle toiletten van een bepaalde ‘centrale’ overlopen. En stinken, je hebt er geen hoogte van ( ) (WS 19-6-1982). - Etym.: Vgl. AN 'op de hoogte zijn van’ = kennis dragen van, weten.