Wat is de betekenis van Hoogmoed?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoogmoed

hoogmoed - Zelfstandignaamwoord 1. overschatting van eigen kunnen Het is hoogmoed om te denken dat je wel even van die jongen wint. Woordherkomst samenstelling van hoog en moed Afgeleid van het Middelnederlandse hoochmoet en hômoet, hetgeen is afgeleid van het Middelhoogduitse hoc...

2024-04-19
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Hoogmoed

Hoogmoed komt voor de val, wie hoogmoedig is zal zijn vernedering ondervinden. Dit spreekwoord vinden we in Spreuken 16:18 terug, voorafgegaan door een parallelle spreuk die geen ingang heeft gevonden: ‘Hooghartigheid gaat vooraf aan ellende, / hoogmoed komt voor de val’ (uit te spreken met nadruk op voor, NBV). De oudere bijbelvertalingen hebben a...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoogmoed

hoogmoed - zelfstandig naamwoord uitspraak: hoog-moed 1. jezelf beter vinden dan anderen ♢ het is hoogmoed van hem dat hij niemand vertrouwt met dat werk 1. hoogmoed komt voor de val [als je te goe...

2024-04-19
Kleine encyclopedie van het snobisme

Anton Moonen (2000)

Hoogmoed

De echte snob speelt nooit iets voor: zelfs zijn hoogmoed is edel en beslist spontaan. Hij is een heel sterk individu, met eigen, bijzondere neigingen, waarvoor hij zich niet zal schamen ze onder woorden te brengen. Tot compromissen zal een snob nooit bereid zijn. Maar de hoogmoed kan zich ook heel natuurlijk manifesteren zoals lady Margaret-Ann Ty...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hoogmoed

verwaandheid.

2024-04-19
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

HOOGMOED

is de ondeugd of zonde van ongeregelde zelfverheffing. De sterkste vorm ervan is de zelfingenomenheid van iemand, die, vergetend dat buiten zijn zondigheid alles wat hij is en heeft een onverdiende gave Gods is, zijn afhankelijkheid en schuldigheid tegenover God niet wil erkennen en beleven. Hoogmoedig in een minder ernstige vorm is ook hij die zic...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hoogmoed

s., heechmoed, greatskens batskens, greathertigens.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoogmoed

m., 1. te hoge dunk van zichzelf, zelfverheffing, eigenwaan, opgeblazenheid: hoogynoed koynt voor de val, op trots volgt dikwijls vernedering ; 2. (w. g.) billijke fierheid, trots.