Hoogen
Hoogen - bij verkoopingen en verpachtingen: het bod verhoogen, veelal om plokgeld te verdienen.
J. Hagers (1910)
Hoogen - bij verkoopingen en verpachtingen: het bod verhoogen, veelal om plokgeld te verdienen.
J.H. van Dale (1898)
HOOGEN, (hoogde, heeft gehoogd), hooger maken, ophoogen: een weg, een muur hoogen; — een bod hoogen, bij eene veiling hooger opbieden; — (Zuidn.) duurder worden: de boter zal nog hoogen: — (schild.) de kleur aanzetten, het licht sterker doen uitkomen.
I.M. Calisch (1864)
Hoogen, bw. gel. (ik hoogde, heb gehoogd), ophoogen, hooger maken; eenen weg, eenen muur -; opbieden (bij veilingen); (schild.) de kleur aanzetten, lichter maken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: