Wat is de betekenis van hoogachten?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoogachten

hoogachten - Werkwoord 1. (ov) in hoog aanzien houden Hij werd door eenieder hooggeacht. Woordherkomst samenstelling van hoog en achten Antoniemen minachten Verwante begrippen respecteren, achten, achting hebben voor, achting toedragen, eerbiedigen, ontzien, verere...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hoogachten

v., heechachtsje, -hawwe -hâlde, -sette, achtenearje.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoogachten

(achtte hoog, heeft hooggeacht), hoge achting voor iem. hebben: wij achten u hoog; icm. die ik hoogacht; — hoogachtend U Ed. dienstw. dienaar, beleefdheidsformule aan het slot van een brief.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hoogachten

(achtte hoog, heeft hooggeacht) zeer achten : -d (U Ed. dienstw. dienaar), beleefdheidsformule aan het slot van een brief. Tgst. geringachten.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoogachten

HOOGACHTEN, (achtte hoog, heeft hooggeacht), hooge achting voor iem. hebben: wij achten u hoog; hoogachtend U Ed. dienstw. dienaar, beleefdheidsformule aan het slot van een brief. HOOGACHTING, v. groote achting: verblijve met hoogachting Uw dienaar N. N.