Wat is de betekenis van hoofdman?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoofdman

hoofdman - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die de aanvoerder van een stam, partij of beweging is De hoofdman besloot vrede te sluiten met de andere stam na langdurig overleg met de oudsten. 2. (militair) bevelhebber van een troep soldaten, schutters enz 3. deken van een gilde 4. hoofdbestuu...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoofdman

hoofdman - zelfstandig naamwoord uitspraak: hoofd-man 1. leider of aanvoerder van een troep ♢ de hoofdman van de bende heette Boris Zelfstandig naamwoord: hoofd-man de hoofdman de hoofdm...

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

hoofdman

hoofdman - Verwijst naar heersers of leiders van clans, stammen of andere groepen. De heersers waarnaar de term verwijst, zijn vaak ook militaire leiders.

2024-04-19
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

HOOFDMAN

kapitein van het gilde, vroeger leider van het gilde, dat nu meer wordt geleid door besturen. Zie ook: Gilden en Schuttersgilden.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoofdman

m.(-nen, ...lieden), 1. aanvoerder; (hist.) hopman,bevelhebber van een troep soldaten, schutters enz.: een hoofdman over honderd (Lat. centurio); — hoofdman van de brandweer; 2. deken, opperste van een gild; 3. aanvoerder, leider van een partij of beweging, hoofd.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoofdman

m. -mannen; bevelhebber v. e. afdeling soldaten, purisme voor kapitein; aanvoerder of leider v. e. partij: hoofd, voorman; (Z.-N.) rechtst. hoofdman van de jury, hoofd, door het lot of door de gezworenen aangewezen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hoofdman

('ho:ft) m. (-nen; ...lieden) man die aan het hoofd staat van anderen nl. 1. Eert. a. bevelhebber, aanvoerder van een hoop soldaten : over honderd. b. gildedeken. 2. Tgw. Algm. leider, hoofd.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoofdman

HOOFDMAN, m. (...lieden), (hist.) hopman, aanvoerder, bevelhebber van een troep soldaten, schutters enz.: een hoofdman over honderd (Lat. centurio); (ook) deken, opperste van een gild. HOOFDMANSCHAP, o.